Programma 2008
Prof. Dr. Peter Sloot, Universiteit van Amsterdam
Prof. Peter Sloot werkt aan de Universiteit van Amsterdam als hoogleraar Computational Science aan de faculteit Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica. Dit is de enige leerstoel Computational Science in Nederland, een tak van wetenschap waarin men zich bezighoudt met het oplossen van vraagstukken middels simulatie en modellering op computers. Momenteel werkt Sloot aan een supercomputer die zal helpen bij het probleem van de resistentie van het hiv-virus tegen de bestaande behandelingen.
I was very much impressed by the content of the lecture. Although not an easily accessible topic, it was made understandable for a broad public. Very relevant not only for a lot of scientists but also for a broader public. Addressed a global issue from a surprising Dutch-Russian angle. Presentation very vivid thanks to good use of Power Point and enthusiasm of the scientist.
Esselien van Eerten, Consul of the Royal Dutch Consulate
Prof. dr. Frits van Oostrom, Universiteit Utrecht
Prof. Frits van Oostrom - is een welbekende wetenschapper en schrijver. Zijn wetenschappelijke interesses hebben betrekking tot de Middeleeuwse Nederlandse literatuur, de bijbel in de cultuur van Nederland en de Nederlandse cultuur. Vanaf 2002 is hij in dienst als de eerste zgn. universiteitshoogleraar aan de Universiteit Utrecht, hetgeen hem volledige vrijheid geeft bij het inrichten van onderzoek, onderwijs en overige activiteiten.
Van Oostrom is tevens schrijver van talrijke boeken die door literaire
prijzen bekroond werden, zoals in 2006 de prestigieuze AKO-literatuurprijs voor
de populaire geschiedenis van de Nederlandse literatuur. Hij werd bekroond
wegens bijzondere verdiensten voor kunst- en cultuur in het kader van de
verspreiding van de Nederlandse taal. Hij was gasthoogleraar aan Harvard
University en ontving van de Katholieke Universiteit Brussel en de Universiteit
van Antwerpen een eredoctoraat. Tot 1 mei 2008 is hij President van de
Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen geweest.
Bij het grote publiek in Nederland is Van Oostrom voornamelijk bekend door zijn
functie (2005-2006) als voorzitter van de commissie die in opdracht van het
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de ‘Canon van Nederland’
ontwikkelde. Sinds 2008 is de Canon verplicht studiemateriaal voor de middelbare
scholen in Nederland. De Canon geeft volledige, toegankelijke en interessante
informatie betreffende Nederland weer. Op de website van dit project zijn
bijkomende video’s, actuele informatie, forums, enz. beschikbaar. Dit uniek
project werd zo populair dat vele andere branches hun eigen ‘canon’ zijn
begonnen te ontwikkelen. Zo werden muzikale en cinematografische ‘canons’
samengesteld evenals een canon betreffende onderzoek in de scheikunde, een
sportcanon en zelfs een canon van de kasbouw.
Prof. dr. Bram Kempers, Universiteit van Amsterdam
Prof. Bram Kempers is hoogleraar Sociologie van Kunst aan de Universiteit van Amsterdam. Hij promoveerde op het thema Kunst, macht en mecenaat. Het beroep van schilder in de sociale verhoudingen, 1250-1600. Dit boek werd in het Nederlands, Engels, Duits en Frans uitgegeven. Voordat Kempers hoogleraar werd in Amsterdam deed verrichte hij onderzoek voor het Nederlandse Ministerie van Cultuur en was hij docent aan de Universiteit van Groningen. De laatste jaren houdt Kempers zich voornamelijk bezig met de artistieke wereld rond de Renaissancepausen en met actuelere onderwerpen als de kunsthandel, kunstsponsoring, cultureel beleid en grafische vormgeving.
Piero della Francesca’s Geseling, thans in het Palazzo Ducale te Urbino, is een goed uitgangspunt om de religieuze identiteiten, culturele wisselwerking en de politieke netwerken in het Europa van de Renaissance te verkennen en, verrassend genoeg, te stuiten op hechte relaties met Rusland. Zo biedt een case study over de Geseling zicht op een geografisch zeer breed en wijdvertakt cultureel netwerk met daarin religieuze spanningen die nog steeds van kracht zijn. Het werk van Piero della Francesca is in die context een monument van artistiek vermogen en aldus een icoon van de Renaissance zelf.
Prof. dr. Douwe Draaisma, Rijksuniversiteit Groningen
Prof. Douwe Draaisma doceert theorie en geschiedenis van de psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. In 1993 promoveerde hij aan de Universiteit Utrecht op De Metaforenmachine. Een geschiedenis van het geheugen, een onderzoek naar de metaforische aard van de taal waarin we over het geheugen denken en spreken.
Draaisma heeft vele publicaties op zijn naam staan, waarvan de bekendste het boek Waarom het leven sneller gaat als je ouder wordt is, een onderzoek naar het menselijk autobiografisch geheugen. Dit boek verscheen in 2002, werd meerdere malen heruitgegeven, vertaald in negen talen en door vele wetenschappelijke en literaire prijzen bekroond, waaronder in Nederland de Eurekaprijs voor het beste non-fictieboek op het gebied van kennis en wetenschap. De Engelse vertaling haalde de shortlist van de Aventis-Prize, een prijs die door de Britse Royal Society wordt toegekend aan het beste en meest toegankelijke boek op het gebied van wetenschap.
Waarom herinneren we ons bijna niets van onze vroegste jeugd? Hoe komt het dat geuren herinneringen oproepen? Waardoor zien stervenden soms hun hele leven aan zich voorbijtrekken? En waarom lijkt het leven sneller te gaan als je ouder wordt? Stuk voor stuk vragen die te maken hebben met het geheugen, dat raadselachtige fenomeen van de menselijke geest dat ons maakt tot wie wij zijn, maar ons ook geregeld voor de gek houdt.
Prof. dr. Dirk van Delft, Universiteit Leiden
Prof. Dirk van Delft studeerde natuurkunde, psychologie en geschiedenis aan de faculteit natuurwetenschappen van de Universiteit Leiden. Sinds 1994 is hij chef wetenschap van NRC Handelsblad. In deze functie won hij in het voorjaar van 2005 de NWO Eurekaprijs voor beste oeuvre op het terrein van wetenschapsjournalistiek.
In 2005 promoveerde Van Delft aan de Universiteit Leiden op het leven en werk van de Leidse fysicus Kamerlingh Onnes. Naast dit onderzoek werkte hij vanaf 2002 voor NRC en was hij als journalist verbonden aan het Netherlands Institute for Advanced Studies (NIAS) in Wassenaar. Het proefschrift werd in 2005 tevens in boekvorm uitgegeven, met als titel Heike Kamerlingh Onnes, een biografie. Momenteel doceert hij wetenschapsgeschiedenis aan de Universiteit Leiden. Per 1 september 2006 is Van Delft ook directeur van Museum Boerhaave, het Rijksmuseum voor de Geschiedenis van de Natuurwetenschappen en van de Geneeskunde, te Leiden.
In 1908 won Heike Kamerlingh Onnes de internationale race om het vloeibaar maken van heliumgas, waarvoor hij in 1913 de Nobelprijs kreeg. Hem werd de naam gegeven van ‘de man van het absolute nulpunt’ (-273 graden Celsius). Hij vormde zijn laboratorium om in een uniek cryogeen laboratorium met een eigen instrumentenproductie. Van heinde en verre stroomden onderzoekers toe om van de extreme koude te profiteren. Zo kon Kamerlingh Onnes zijn ideaal waarmaken: Hollandse fysica internationaal aanzien geven.